Groep 4a leert het werkwoord in de zin te vinden

 

 

De groepen 4 hebben dit schooljaar al geleerd om lidwoorden en zelfstandig naamwoorden in een zin te vinden. Deze week hebben de leerlingen in groep 4a geleerd om het werkwoord op te zoeken.

We leren dit door een zin eerst twee keer te lezen of naar een zin te luisteren. Daarna vraag je: ‘Wat doet ‘ie?’. Dit zijn de succescriteria die ervoor zorgen dat je het werkwoord in de zin vindt. Bijvoorbeeld: De bal rolt over straat. > ‘Wat doet ”ie?‘ > rolt.

Maar ook:

– Moeder leest de krant. > ‘Wat doet ‘ie?’ > leest.

– Jan en Bart lopen op straat. > ‘Wat doet ie?’ > lopen.

– Ik geef een bos bloemen. > ‘Wat doet ie?’ > geef.

Later veranderen de leerlingen ”ie’ natuurlijk vanzelf in: ‘Wat doet ze?’, ‘Wat doen ze?’ en ‘Wat doe ik?’.