Groep 8a speelt een quiz over de geleerde taal- en spellingsdoelen

 

Deze week hebben de leerlingen van groep 8a de aangeleerde taal- en spellingsdoelen van de afgelopen periode toegepast tijdens de grote taal- en spellingquiz.

De volgende doelen kwamen aan bod:

– Woorden met verschillende spellingscategorieën correct schrijven;

– Aan drie achtervoegsels het juiste voorvoegsel plakken;

– Opschrijven of een woord met een korte of lange klank geschreven moet worden.

Tijdens deze quiz konden de leerlingen punten verdienen. Ook konden de andere groepjes punten afsnoepen als zij de vraag ook wisten en het juiste antwoord hadden opgeschreven. Halverwege de quiz konden de groepjes ook extra punten verdienen of punten kwijtraken in de dobbelronde. Tijdens deze ronde kregen de leerlingen twee dobbelstenen. Eén dobbelsteen met de getallen 1 t/m 9 en één dobbelsteen met een plus en min. De groepjes mochten zelf bepalen of zij wilden dobbelen. Als de leerlingen wilden dobbelen en er kwam een getal uit, moesten zij zelf uitrekenen hoeveel punten zij hadden. Dit kon een grote plussom worden of een som waaruit een negatief getal kwam.

De succescriteria waren als volgt:

– Ik weet wanneer ik een enkele of dubbele medeklinker moet schrijven.

– Ik weet wanneer ik een woord met een trema moet schrijven.

– Ik weet wanneer ik een woord met een c moet schrijven ook al hoor ik een s of k.

– Ik weet wanneer ik een woord met een b moet schrijven ook al hoor ik een p.

– Ik weet hoe ik een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord moet schrijven.

– Ik weet wat een achtervoegsel is.

De punten zijn opgeschreven en worden meegenomen naar de volgende ronde van de quiz. De volgende ronde wordt volgende week gespeeld en dan worden de geleerde rekendoelen van de afgelopen periode toegepast.